Treintijd

Hij zat met zijn benen over elkaar. De trein is op tijd vertrokken en met enige geruststellende gedachten hierover, las hij genoeglijk de krant. Tegenover hem zat een jongen die een keuze moest maken. Lees verder

Op De Maan

Ik zit op de maan en kijk naar de aarde. Blauwige dampen vullen mijn gedachten. Ik wandel door het stof en zie een kabouter. ‘Nee, niet weer, wat doe jij hier nu?’
‘Eeeeeh… ik ben gewoon een stukkie aan het lopen. Verder niets bijzonders’. Hij kijkt me vragend aan. Lees verder