wel

Rode varens blinken zachtjes
Doornen kegels rijpen liggend
Om maar niet voortvarend,
Welluidend te zijn
Bovenal knielend, jezelf tackelen en saboteren
Zo lukt het wel

put

Verval in oude patronen
Recht zo gaat ie nog steeds
De grijze mist trekt maar niet op
Een sluier voor mijn ogen
Een gevang voor mijn ziel

Wat een treurnis
Hoe
Deerniswekkend
Meelijwekkend
In een grote
Put

stoer

Achterwaarts voelt gek
Alsof ik een newbie ben
Die nergens vanaf weet
Want ik wil niet opvallen
Stoer zijn
Geen fouten maken
Anders val ik op
Word ik beschimd
Uitgelachen
Uitgejouwd
Maar is dat wel zo?

perspectief

Grijs is de lucht te noemen hemel
Rijp is de dauw, natte druipende
De wereld gaat langzaam de bocht om
Bedachtzaam versnellend
Witgrauwe nevel stijgt op
Omhoog naar de zonloze hemel
Zon lijkt ver weg, maar schijn bedriegt
Je denkt in kaders en perspectief

nihilisme

Niets is van belang, terwijl het kleine de balans laat doorslaan
Lastig laveren tussen de polen wanneer je niet kiest
Nihilisme creƫert niet, maar zet stil
Soms is het een tijdje nodig, maar dan is het genoeg

mondkap

Mondkap op, mondkap af
Komen en gaan, niet blijven
Schept een band, vertraging
Door de luwte van de storm
Komt een ijkpunt aangestormd
Die zegt: het moment is nu
Het moment van dorheid is verdwenen, nu al!